Tips voor jouw buxus

Ben jij een liefhebber van buxus in je tuin? Jij niet alleen. De buxusmot is er helaas ook helemaal gek op. Als je niet tussenkomt, kunnen de vraatzuchtige rupsen van deze mot een heuse ravage aanrichten. Sommige tuinliefhebbers worden er wanhopig van, en vervangen noodgedwongen hun buxus door een alternatief. Maar zo snel hoef jij niet op te geven. Met onderstaande tips kom je al een heel eind verder.

1. Voorkomen is altijd beter dan genezen

Een goed gevoede buxus die in optimale omstandigheden kan groeien is sterker en gezonder. Voed de bodem van je buxus tweemaal per jaar met een hagen/buxusmeststof en bekalk in het najaar met groenkalk.

Maak bovendien ook je planten minder toegankelijk voor insecten en schimmels. Dit kan je doen met behulp van lavameel. Verstuif DCM Vitasilica® Lavameel met de DCM Poederverstuiver regelmatig over je buxus waardoor u de plant voorziet van een fysische barrière die de plant onaantrekkelijk maakt voor rupsen en schimmels.

2. Monitor de buxusmot

Rond deze tijd is het opletten geblazen, want de rupsen van overwinterde buxusmotten hebben hun schuilplaats verlaten, en zijn op zoek naar de lekkerste buxusblaadjes. De eerste tekenen van rupsenvraat zijn subtiel: weggeschraapt bladmoes en kleine uitwerpselkorreltjes in de plant. Merk je dat op? Grijp dan meteen in met een erkend anti-rupsenmiddel, want in een later stadium vreet de rups tegen een sneltempo je hele buxus kaal. Monitor vanaf half mei de eerste motten door ze te vangen met het feromoon DCM Cydalima-Pheromone®in combinatie met de DCM Mottenval. Het aantal gevangen motten geeft een indicatie van hoe zwaar de aantasting is.